'Narcose voor tandartsangst: geen goede ontwikkeling'

SPT: Behandeling onder narcose altijd de laatste stap

logo stichting voor bijzondere tandheelkunde

 

27 mei 2014 - Er moet op korte termijn meer inzicht komen in de randvoorwaarden voor goede zorg die in zogenaamde tandheelkundige 'narcoseklinieken' wordt gegeven. Dat vinden Ad de Jongh, bijzonder hoogleraar angst- en gedragsstoornissen in de tandheelkundige praktijk en hoofdopleider differentiatieopleiding tandarts-angstbegeleiding, Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam (ACTA)/Stichting voor Bijzondere Tandheelkunde (SBT) Amsterdam en Dyonne Broers, lid RvB Stichting voor Bijzondere Tandheelkunde (SBT) Amsterdam, (hoofd)opleider differentiatieopleiding tandarts-gehandicaptenzorg en -angstbegeleiding.

Daarbij zal gekeken moeten worden naar de noodzakelijke bekwaamheid en (na)scholing voor tandartsen die patiënten onder narcose behandelen, en de redenen waarom deze behandelingen worden uitgevoerd. Wij vragen de beroepsgroep, middels hun beroepsorganisaties, daarvoor op korte termijn heldere richtlijnen te ontwikkelen, zodat de Inspectie voor Gezondheidszorg (IGZ) kan controleren en handhaven.

Narcoseklinieken
Er is een ontwikkeling gaande waarbij zonder veel terughoudendheid wordt ingegaan op de wens van patiënten met angst voor de tandheelkundige behandeling om onder algehele anesthesie ('narcose') behandeld te worden. Er zijn steeds meer 'Narcoseklinieken' die hiervoor reclame maken. Vaak gaat het hierbij om kinderen of volwassenen met tandartsangst. Soms ook betreft het mensen die er geen zin in hebben om vaak naar de tandarts te gaan en liever in één keer hun hele gebit willen laten behandelen. Zaterdag 24 mei j.l. werd bekend dat de IGZ dit jaar tandartspraktijken gaat controleren waar behandelingen met lachgas of onder narcose worden uitgevoerd op veiligheid en op indicatie voor deze behandelingen, omdat gebleken is dat dit niet overal even veilig gebeurt en dat de indicatie daarvoor bovendien vaak te ruim is.

Wanneer wel narcose?
Bij sommige patiënten is er sprake van dusdanig ernstige psychische klachten (of een verstandelijke/lichamelijke  beperking)  dat  een  uitgebreide  tandheelkundige  behandeling met behulp van plaatselijke verdoving en kalmeringsmiddelen een te zware psychische belasting betekent. In dat geval zal narcose uitkomst bieden. Maar dan houdt het indicatiegebied van narcose binnen de tandheelkunde ook wel op.

Wanneer geen narcose?
Het ondergaan van tandheelkundige ingrepen is voor vrijwel iedereen goed mogelijk. Ook voor angstige mensen, mits de patiënt op deskundige wijze wordt begeleid. Het bewust opdoen van positieve ervaringen met de tandheelkunde van nu is zelfs een voorwaarde om reductie van angst mogelijk te maken. Vanwege het ontbreken van positieve leerervaringen onder narcose blijft de angst dus bestaan. Behandeling onder narcose is daarom geen evidence based aanpak waar het de behandeling van angstige patiënten betreft.

Wat zou er moeten gebeuren?
Wij pleiten ervoor dat de behandeling van bijzondere zorggroepen, zoals kinderen, angstige tandartspatiënten en mensen met een (verstandelijke/lichamelijke) beperking, altijd gestoeld dient te zijn op het principe van stepped care (getrapte zorg). Dat wil zeggen: volgorde in zorg, ofwel de eenvoudigste behandeling eerst en pas als die behandeling niet werkt, zwaardere  en  dus duurdere zorg inzetten. Dit betekent dat behandeling onder narcose altijd de laatste stap zal zijn die een behandelaar in de zorg voor de oncoöperatieve, angstige of verstandelijk of lichamelijk beperkte patiënt dient in te zetten. Het betekent ook dat behandeling van deze patiëntengroep multidisciplinair moet gebeuren waarbij, in het ideale geval, tandartsen angstbegeleiding, -gehandicaptenzorg of -pedodontologen samenwerken met een psycholoog en een anesthesioloog. Kortom, de indicatie narcose dient te worden gesteld op basis van adequate diagnostiek, en in multidisciplinair verband. In andere gevallen kan deze kostbare en schaarse zorg beter voor nuttigere behandelingen worden gebruikt.

Achtergrond
De tandarts wordt door velen nog steeds als spreekwoordelijke boeman gezien. Maar liefst 40% van de Nederlandse volwassenen zegt tenminste enigszins bang te zijn om een tandarts te bezoeken. Met de Nederlandse kinderen lijkt het iets beter te zijn gesteld. Ongeveer 15% van hen is bang voor een behandeling en 6% vertoont extreme angst.
Angst leidt in een deel van de gevallen automatisch tot vermijding. Binnen de volwassen bevolking voldoet ongeveer 4% aan de kenmerken van een zogenaamde tandartsfobie. Als gevolg van de voortschrijdende verslechtering van de gebitstoestand, de pijn die daar het gevolg van is en de schaamte vanwege de staat van het gebit, wordt hun leven door deze angst negatief beïnvloed. De tandartsfobie is in Nederland de meest voorkomende fobie. Mensen met deze aandoening vermijden tandheelkunde zorg het liefst, maar soms, als de lijdensdruk groot is, zoeken zij daarvoor behandeling.

Referentie:
Oosterink-Wubbe, F., De Jongh, A. & Hoogstraten, J. (2009). Prevalence of dental fear and phobia relative to other fear and phobia subtypes. European Journal of Oral Sciences, 117, 135-143.

 

 

 

 

Terug naar home

Share |
Lees meer uit het TTM-archief. Selecteer een categorie.
Kunt u niet vinden wat u zoekt? Gebruik de zoekmachine.
Nummer 177
januari/februari 2024
In dit nummer

 

Verspreiding in februari 2024.

Mis geen nummer, neem nu een abonnement op het Tandtechnisch Magazine. Klik hier voor een speciale internet-aanbieding.

Heeft u nieuws voor het volgende nummer of een interessante casus? Neem dan contact op met de redactie.

Ontvang gratis TTM nieuwsbulletin

Gratis overzicht van het belangrijkste nieuws uit de dentale branche in uw e-mailbox. Vraag nu aan! Afmelden kan altijd door een e-mail te sturen naar info@tandtechnischmagazine.nl