Tandarts Kappers eist vrijgeven ongecensureerde NZa/Deloitte-documenten bij Amsterdamse Rechtbank

Om manipulatie cijfers ten behoeve van tandartstariefkorting te onderbouwen

30 januari 2018 - Op dinsdag 6 februari 2018 onderneemt tandarts C.D.F. Kappers in de Amsterdamse Rechtbank een ultieme poging om de waarheid over de besluitvorming ten aanzien van de tandartstariefkorting boven water te krijgen. 

Om de aanleiding van deze inmiddels jarenlange strijd te beschrijven moeten we terug gaan naar het jaar 2012 toen een drie jarig experiment gestart is met vrije tarieven in de tandheelkunde dat na zes maanden door de Tweede Kamer werd afgeblazen.

Doel VWS: lagere tarieven
Kappers: ‘De bedoeling van het ministerie van VWS en de “onafhankelijke” NZa was geweest dat in die vrije periode de tarieven omlaag zouden gaan vanwege de concurrentie. Dat gebeurde niet, en iedereen in Nederland praatte elkaar na over die slechte tandartsen, die de tarieven verhoogd zouden hebben, terwijl degenen die de cijfers hadden, waaronder de NZa, zich muisstil hielden omdat ze niet durfden vertellen dat de omzetten van 2011 en 2012 identiek waren, dus dat er niets aan de hand was. Die cijfers stonden zelfs in de voortgangsrapportage van de NZa.

NZa moest aantonen dat tandartsen teveel verdienden
Er was dus geen reden voor de ophef. Maar ook geen reden voor een tariefsverlaging. En dat wilde het ministerie van VWS juist graag.  Dus gaf het de “onafhankelijke” NZa opdracht om aan te tonen dat de tandartsen teveel verdienden, om zo toch te kunnen korten op de tarieven. De NZa huurde Deloitte in om zogenaamd een externe “onafhankelijke” expert de omzetten te laten bekijken.’

Ongewenste conclusie
‘Wel, daaruit bleek dat de tandartsen eigenlijk tekort kwamen op het destijds ingestelde norminkomen. Tja, het was niet de bedoeling om de tarieven te verhogen, wat nu? Er werd toen bedacht om per praktijk te kijken naar de omzet. Dat zette ook niet veel zoden aan de dijk als je daar de gewone statistiek op los liet. Immers de statistiek laat een curve zien en volgens de geldende wiskunde/statistiek worden de extremen niet meegenomen (iets wat het door de NZa ingehuurde bureau dat onderzoek deed ten behoeve van de actualisering van de tarieven tandtechniek in eigen beheer ook deed door de ‘outliers of uitbijter’ buiten beschouwing te laten, redactie) en dan kwamen er geen rare getallen uit.

‘Outliers’ wel meenemen
Toen zag iemand, waarschijnlijk bij de NZa het licht: Gebruik, tegen de normale wiskunde/ statistiek in,  de extremen ook, dan is het gemiddelde per praktijk hoger en kan er “dus” gekort worden op de tarieven. Kennelijk heeft iemand bij Deloitte bezwaar gemaakt dat zo iets niet hoorde, maar de NZa antwoordde dat ze in hun rapport maar moesten schrijven dat het volgens een berekening van de NZa was……

‘Misdaad’
In mijn praktijk met volle weektaak, had ik in 35 jaar niet een omzet van gemiddeld 4 ton(of meer) gehad, dus ik werd door dat bedrag getriggerd en dook in de rapporten. Zowel wiskundig/statistisch als economisch was hier dus een misdaad gepleegd en ik verwachtte dat de beroepsgroep tekeer zou gaan; ik bleek de enige die openlijk bezwaar maakte tegen deze vondst van de NZa, de rest mokte een beetje binnenskamers tegen deze “autoriteit” omdat men doodsbang is voor de NZa en het ministerie, vooral onze vertegenwoordigers bij de KNMT en de ANT.

‘Doodgezwegen’
‘Het onderwerp werd doodgezwegen door die groepen en door het Nederlands Tandartsenblad. In mijn praktijk vroeg ik twee professoren om hulp, een wiskundige en een econoom. Beiden zeiden dat ik volkomen gelijk had, maar als de beroepsgroep zelf niet reageerde, zij hun nek niet gingen uitsteken (!) Daarna heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven gekeken en geoordeeld dat ik mijn stelling als boven niet voldoende had onderbouwd.’

Herziening vonnis alleen bij nieuwe feiten
‘Mijn mening was, dat ik de regels van de wiskunde/statistiek niet hoef te bewijzen, omdat die algemeen bekend zijn. Dat heb ik besproken met de President van het CBb en deze vertelde dat een herziening van het vonnis mogelijk is, mits er een nieuw feit is., dus niet als men slecht heeft gekeken…….’

Hoe gemanipuleerd?
‘Dat betekende dus uitvinden hoe Deloitte en de NZa de cijfers hadden gemanipuleerd. Mijn vragen daarover werden genegeerd maar ik kreeg wel veel zwartgemaakt papier: documenten die onleesbaar worden door de veelheid aan censuur die is toegepast. Vandaar het pleidooi voor de Amsterdamse Rechtbank voor het vrijgeven van documenten met een leesbare tekst.’


- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -



Illustratief: brief uit 2015 aan President College van Beroep voor het Bedrijfsleven
Illustratief voor de strijd van tandarts Kappers is de hieronder gepubliceerde brief van C.D.F. Kappers aan de President van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven:

Amstelveen, 31-05-2015

In vervolg op mijn brief aan u, d.d. 09-04-2015, betreffende mijn verzoek aan u om een beoordeling in beroep van mijn bezwaar, enige correspondentie en de afwijzing op bezwaar door de Nederlandse Zorgautoriteit, aangaande een tariefsbeschikking TB/CU-7103-03, en naar aanleiding van het vonnis van uw collega in kort geding d.d. 22-05-2015 bericht ik u het volgende:

Hoewel iedereen die ik ken mij zegt dat ik “het aan professionals moet overlaten” of zegt dat het zelfs grote organisaties als KNMT en ANT met peperdure advocaten en nog veel duurdere accountantsonderzoeken niet is gelukt om uw College te overtuigen dat er iets grondig mis is met de NZa zèlf intern, de werkwijze van de NZa, de besluitvorming onder repressie over bepaling van tarieven , omzetten, winsten, norminkomens etc. , probeer ik toch met argumenten tot resultaten te komen.

De inhoud van het laatste vonnis in kort geding door uw collega, zal de NZa net zo verbaasd hebben als mij.
U zal zich misschien afvragen hoe ik daar bij kom, want de stand is immers 4-0 in de strijd NZa-Kappers en ongeveer 80-0 in de strijd NZa- rest van de tandheelkunde. Die verbazing komt door een opmerking van uw collega tijdens de zitting op 13-05-2015, waar vrij uitvoerig is gesproken over bovenstaande onderwerpen en uw collega op een gegeven moment een zeer overwogen geformuleerde opmerking maakte: “Het zou tijdens de bodemprocedure wel eens kunnen blijken dat de NZa niet zoveel gelijk heeft als de NZa nu denkt”.
De vertegenwoordigers van de NZa keken zeer sip en de advocaat had desgevraagd geen behoeft om nog enige opmerking te maken.
Deze opmerking zie ik niet terug in het vonnis, maar, als ik iets aandik, staat er dat Kappers totaal ongelijk heeft, hoewel dat voorlopig oordeel niet bindend is. Tijdens de zitting hebben we nog een grapje gemaakt over het feit dat het juristen eigen is om zaken weg te laten als die erg lastig te weerleggen zijn, in de hoop dat de tegenpartij het dan vergeet. Uw collega zei toen ”dat iets hem het gevoel gaf dat zoiets bij mij niet zou lukken”.
Ik mis dus zowel zijn opmerking met toch flinke implicaties, maar ook een motivatie om tot een totaal ander oordeel te komen.
De NZa zal wel feest gevierd hebben na ontvangst van het vonnis.

Ik had al een onveilig gevoel bij de NZa waar personeel met de vigerende interne bonus- en carrière regelingen zich niet kan veroorloven om mij gelijk te geven, maar door de totale ommekeer in zienswijze van uw collega tijdens de zitting en in het vonnis word ik bang.

Ik ben niet bang voor de NZa, niet voor het College, niet voor mijzelf, maar ik heb een diepgaande angst voor de toekomst van de tandheelkunde, indien het de NZa wordt toegestaan om op gelijke wijze voort te gaan. In het dossier heb ik een aantal zaken uit het verleden beschreven, waarbij de overheid de tandheelkunde enorme schade heeft berokkend, dat was slechts een beperkte weergave; zonder probleem kan er een dik boek over worden gepubliceerd, met drie delen extra aan verwijzingen naar rapporten en publicaties.

Die angst is er niet dus zomaar:
Er is alleen in de laatste drie jaar al een schade aangericht van honderden miljoenen, bij mij ruim een ton, mijn tandtechnicus is failliet. Dan lijkt een maatregel me redelijk spoedeisend. Hoe kan het dat een NZa, die volledig gefileerd is door de gepeste heer Gotlieb, de commissie Borstlap en de commissie Andersson, een NZa die de tandartsen drie jaar lang structureel getreiterd heeft over onbewezen “te hoge tarieven”, met enorme imagoschade en financiële schade tot gevolg, toch elke keer gelijk krijgt bij procedures? Leg ik het verhaal over de gemiddelde winst per praktijk en omzetverhoging gekoppeld aan tariefsverlaging voor aan willekeurig welke persoon die ik ken, accountant, jurist, oudregionaal ombudsman, zakenman, student, huisvrouw etc. dan is de reactie: “dat meen je niet, dat kan toch niet zomaar?’ Zijn ze bij de NZa nu zo goed in het vinden van de mazen van de wet, of zijn wij zo dom?

--------------------

Vanuit het vonnis over het kort geding en vanuit de zitting zijn nog een paar onderwerpen die interessant zijn om voor- en tijdens de bodemprocedure te behandelen:

1. -Er staat: “ Voor de voorzieningenrechter staat niet vast dat verzoeker er op basis van de tariefbeschikking vanuit moet kunnen gaan dat hij met de door hem gekozen praktijkvoering in staat moet zijn om het norminkomen te verdienen”. Het norminkomen is destijds bedacht aan de hand van een door de politiek gewenst inkomen voor tandartsen, toen voornamelijk solisten, gelijk aan ambtenaar X in schaal Y. Dat die ambtenaar geen investeringen hoeft te doen en geen ondernemersrisico loopt, laten we nu even buiten beschouwing. Een tandarts met een normale praktijkomvang, een normale werkweek ( wat overwerk en niet de vrijdag vrij) zou dat moeten kunnen bereiken. Werkte je meer, dan kreeg je meer, werkte je minder, dan kreeg je minder.

Als iemand nu betwijfelt of ik met mijn solo-praktijk en mijn volle werkweek recht zou mogen laten gelden op dat norminkomen, wie komt er dan wel in aanmerking? Dan heeft er kennelijk géén herijking plaatsgevonden, maar een herdefinieering. Dan is het voor mij en voor het College uitermate interessant om de NZa te vragen hoe en waarom er een verandering is opgetreden.

Immers, de solisten hebben met 60% nog steeds de overhand, en dan lijkt dat norminkomen toch anders dan het destijds gebruikelijke te zijn vervangen door een virtueel inkomen, slechts bij uitzondering te bereiken.

2. -Er staat ook dat ik niet voldoende zou hebben gespecificeerd welke stukken de NZa over de opzet en voortgang van de procedure (( omzet en winstberekening)) naar mijn mening zou hebben achtergehouden en dat er geen plaats is in een voorzieningenprocedure voor het opleggen van een dwangsom en dat ik het College dat kan vragen.

Welnu, als ik zo een verzoek aan de tuinman van de NZa zou hebben gedaan, dan heb ik begrip voor de situatie. Maar ik heb van begin af aan gevraagd om inzage in die stukken die gaan over de opzet en voortgang, zowel in het kader van mijn bezwaar als in het kader van de WOB en niets gekregen dan een paar notulen van vergaderingen met alle koepels, waar, uiteraard, niets in stond.
Een heer Gotlieb wist precies waar en wat hij moest opzoeken en bewaren; zijn collega’s waren zeer verbolgen dat hij hen klem had.
Ik zou niet weten wat en waar ik moet zoeken, maar wellicht kan de rijksrecherche een inval doen bij de NZa en Deloitte om de computers uit te spitten?
Kunnen we de betrokkenen onder ede horen?


LET WEL:
In mei 2011 werden de tandartsen reeds voor de keuze gesteld om het experiment van vrije tarieven op volkomen onhaalbare voorwaarden te omarmen of een kostprijsberekening te ondergaan met de dreiging van 20% tot wel 30% tariefkorting. Deze dreiging maakte dat tijdens de NMT regioronde in mei 2011 de aanwezigen na aanvankelijke afwijzing, gedurende de vergadering zich lieten ompraten tot goedkeuring. Ik heb u dat reeds beschreven in dat jaar bij het kort geding en in 2012 bij de bodemprocedure.
Dit betekent dat de kortingen reeds bekend waren voordat het onderzoek van Deloitte was gedaan!

De NZa heeft 2013 en 2014 nodig gehad om naar die uitkomst toe te werken en dat kon alleen lukken als men naar omzetten en winsten per praktijk ging kijken in plaats van omzetten en winsten per tandarts.
Vervolgens werd ook nog een gemiddelde aangehouden aan de rand van de gausskromme welke een directe schoffering van de statistiek en wiskundige logica is. Dus in één grafiek twee maal fraude.

De orthodontisten en implantologen waren voor het maximum de klos en de tandartsen zouden eerst 10% inleveren, wat omlaag is onderhandeld naar 5% door de KNMT onderhandelaar, tot hij te horen kreeg “nou ophouwen of we gaan naar het oorspronkelijke percentage” .

Als ik dan van accountant Mastwijk hoor dat er onenigheid is geweest binnen Deloitte over de toegepaste rekenmethode, dan ben ik zo enorm benieuwd wat er tussen de NZa en Deloitte besproken is en geschreven is. Kan ik dat beter omschrijven? Nee.

Ik neem aan dat mijn pleidooi bij de voorzieningenrechter uw dossier ook heeft bereikt, daar is het ook beschreven.

3. – Uw collega in kort geding was tijdens de zitting benieuwd of ik hem kon uitleggen waarom een tandarts ergens bang voor zou zijn.
Ik heb hem, met zijn toestemming, mee terug genomen naar die vergadering in mei 2011 zoals boven beschreven. Als er daar gedreigd wordt met enorme tariefdalingen via een kostprijsberekening, een berekening waarbij andere beroepsgroepen enorm de boot zijn ingegaan, dan is het niet moeilijk om voor te stellen dat tandartsen bang worden. Niemand was bij het begin van de vergadering voor een experiment met vrije tarieven. Waarom niet?
We waren er niet klaar voor; er was geen voorbereiding, niets. Minister Klink had in 2010 nog gezegd dat er nog niemand klaar voor was. Minister Schippers vond ineens in begin 2011 dat iedereen er klaar voor was. Alles moest meer en beter voor minder geld en codes moesten geclusterd worden. Ik heb gewaarschuwd dat je daarna door die clustering appels met peren gaat vergelijken en totaal geen inzicht meer hebt in de tarieven….Ik heb zelfs een adviesprijs voorgesteld, Maar, “dat zag ik allemaal verkeerd”.
We hebben een tijd niets gehoord tot het in eind 2011 ineens werd ingevoerd en ik heb nog net bezwaar kunnen maken, vergeefs.

Gedurende alle vergaderingen en processen “zag ik het altijd verkeerd”. Sterker nog, collega’s begonnen me verwijten te maken dat ik de NZa vooral niet boos moest maken na de enorme tariefdalingen bij de orthodontisten en implantologen, omdat nu de tariefdaling voor de tandartsen algemeen practici “maar 5%” was.
Edelachtbare, ik heb nog nooit zoveel angsthazen en schijtlijsters bij elkaar gezien. De geschiedenis geeft me gelijk, maar daar heb ik niets aan.

 --------------------

Edelachtbare, laat ik besluiten met wat angst aan te jagen: Wij gaan allemaal, u en ik en de rest van Nederland, jong en vooral ouderen over een aantal jaren meemaken dat door het tandartstekort, taakdelegatie etc. een groot probleem gaat ontstaan, dat niet weer even snel opgelost zal worden.

Nu al studeren er studenten af, zonder ooit een kroon of zenuwbehandeling te hebben gedaan bij een patiënt.
Het voorbeeld dat ik gegeven heb in mijn bezwaarschrift over de discussie met het bestuur van de UvA over bezuinigingen op instructeurs is op andere bizarre wijze werkelijkheid geworden door bezuiniging op opleidingsplaatsen en een gebrek aan patiënten voor de studenten.
En de NZa zegt niets……..

 Ik wens u en uw College in de bodemprocedure veel wijsheid. Met vriendelijke groet en de meeste hoogachting, C.D.F. Kappers
   

 

 

 

 

 

 



Terug naar home

Share |
Lees meer uit het TTM-archief. Selecteer een categorie.
Kunt u niet vinden wat u zoekt? Gebruik de zoekmachine.
Nummer 177
januari/februari 2024
In dit nummer

 

Verspreiding in februari 2024.

Mis geen nummer, neem nu een abonnement op het Tandtechnisch Magazine. Klik hier voor een speciale internet-aanbieding.

Heeft u nieuws voor het volgende nummer of een interessante casus? Neem dan contact op met de redactie.

Ontvang gratis TTM nieuwsbulletin

Gratis overzicht van het belangrijkste nieuws uit de dentale branche in uw e-mailbox. Vraag nu aan! Afmelden kan altijd door een e-mail te sturen naar info@tandtechnischmagazine.nl